Op 10 juni 2014 is de Wet Werk & Zekerheid aangenomen door de Eerste Kamer. Het fenomeen transitievergoeding is onderdeel van deze wet. Er bestaat veel onduidelijkheid over de transitievergoeding in relatie tot de kantonrechtersformule. Hieronder een overzicht van de meest gestelde vragen en antwoorden over de transitievergoeding en de Wet Werk & Zekerheid.
Transitievergoeding bij ontslag vanaf juli 2015
1. Transitievergoeding vanaf juli 2015
De invoering van de transitievergoeding is onderdeel van de Wet Werk en Zekerheid. Deze wet is op 10 juni aangenomen door de Eerste Kamer.
2. Transitievergoeding verlaagt ontslagvergoeding
Met de transitievergoeding wil de regering de hoogte van ontslagvergoedingen beperken. De huidige kantonrechtersformule is hoger dan de beoogde transitievergoeding. kantonrechtersformule berekenen
Voor de werkgever leidt dit tot lagere personeelslasten, hetgeen het in dienst nemen van personeel aantrekkelijker moet maken. Ook is het streven dat de transitievergoeding wordt ingezet voor van werk naar werk trajecten of opleidingen die de baankansen vergroten.
Daarnaast wil de regering met de transitievergoeding bereiken dat de ontslagvergoeding voor alle werknemers op dezelfde manier wordt bepaald, ongeacht de ontslagroute (UWV of kantonrechter) en het soort contract (tijdelijk of vast).
Verder wil de regering met een uniforme en wettelijk genormeerde transitievergoeding de voorspelbaarheid van het ontslagrecht verbeteren. Naar verwachting komen werkgevers en werknemers hierdoor vaker tot ontslag op basis van wederzijds goedvinden via een vaststellingsovereenkomst, zonder dat de rechter of UWV wordt ingeschakeld. Dit kan leiden tot minder ontslagprocedures en lagere administratieve lasten.
3. Transitievergoeding voor outplacement en scholing
De transitievergoeding is bedoeld als compensatie voor de werknemer voor (de financiële gevolgen van) ontslag én als financiële steun om de overstap naar een andere baan te organiseren. De vergoeding is vrij besteedbaar, maar bedoeld om aan te wenden voor outplacement, scholing of begeleiding naar ander werk. De vergoeding is vormgegeven zodat zowel werknemer als werkgever worden gestimuleerd om de vergoeding te gebruiken voor de transitie naar een andere baan.
4. Na 2 jaar recht op een transitievergoeding bij ontslag
Uitgangspunt is dat elke werknemer met een dienstverband dat twee jaar of langer heeft bestaan, recht krijgt op een transitievergoeding van de werkgever. De feitelijke duur van het dienstverband is dus bepalend. De vergoeding komt beschikbaar als de dienstbetrekking eindigt door opzegging van de werkgever (na toestemming van UWV of door ontbinding door de rechter). Ook komt de vergoeding beschikbaar als een tijdelijk contract van rechtswege is geëindigd en de werkgever niet aansluitend wil verlengen. Ook heeft de werknemer recht op de vergoeding als hij zelf de arbeidsovereenkomst beëindigt vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de werkgever.
5. Transitievergoeding is lager dan kantonrechtersformule
De transitievergoeding wordt bepaald door het maandsalaris en de duur van de arbeidsovereenkomst tot het moment van ontslag. De opbouw werkt als volgt:
De vergoeding wordt berekend per periode van zes maanden.
De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000, of maximaal het jaarsalaris als dat hoger is dan € 75.000. Het maximumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
Bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst hebben de werkgever en de werknemer de mogelijkheid een hogere transitievergoeding af te spreken.
De gevolgde ontslagroute is niet van invloed op de transitievergoeding: zowel bij ontslag via UWV als ontslag via de kantonrechter heeft de werknemer recht op dezelfde transitievergoeding.
Als de werkgever de transitievergoeding niet tijdig betaalt, is hij de wettelijke rente (momenteel 3%) verschuldigd.
Vergelijken transitievergoeding versus kantonrechtersformule